Deze code van goede praktijk gaat over geothermische systemen die watervoerende lagen aanwenden als warmte- of koudebron. De ondergrondse installatie, dit zijn alle elementen om grondwater te onttrekken en opnieuw te injecteren zonder de kwaliteit van het water te beïnvloeden, wordt gedetailleerd besproken. Ook het gebouwafgiftesysteem komt aan bod. Conform de Vlaamse regelgeving mag de temperatuur van water dat opnieuw in de bodem geïnjecteerd wordt niet hoger zijn dan 25 °C. Hogere temperaturen kunnen immers leiden tot dichtheidsafhankelijke stroming (bv. het opdrijven van warmer water) en chemische veranderingen in de ondergrond (bv. het neerslaan van calcium, de oxidatie van pyriet en organisch materiaal, het vrijkomen van zware metalen door het reduceren van oxides). Idealiter wordt reeds bij aanvang van het ontwerp van het gebouw (met inbegrip van het HVAC-systeem) rekening gehouden met het KWO-systeem (koude- en warmteopslag). Hierbij dient ook aangegeven te worden welke werken door de verschillende partijen uitgevoerd zullen worden: grondwatersysteem/technische installatie als interface tussen het grondwater en het gebouw/gebouwafgiftesysteem. Deze monografie vormt een handleiding bij het ontwerp, de uitvoering en het beheer van een koude-warmteopslaginstallatie. Dit document vormt een compilatie van de beschikbare kennis en is geen statisch gegeven. Wanneer er verbeterde procedures/technieken beschikbaar komen, dient deze code van goede praktijk aangepast te worden.