-
1. Afb. 1 : Afdichting van een lineaire voeg in een brandwerende massieve vloer met een brandwerend eencomponentenschuim
Legende
1. Massieve vloer
-
2. Lineaire voeg
- 3. Brandwerend schuim
De afbeelding illustreert de plaatsingsvoorschriften voor de afdichting van een lineaire voeg in een brandwerende massieve vloer of voor de afdichting van een voeg ter hoogte van de aansluiting tussen een massieve vloer en een massieve muur met behulp van een brandwerend eencomponentenschuim.
1. Massieve vloer
De massieve vloer moet ofwel in overeenstemming zijn met een gestandaardiseerde massieve vloer, ofwel met een gelijkaardige massieve vloer. Ook andere massieve vloeren zijn toegestaan, mits toelating in de voorschriften van de fabrikant* van de brandwerende voorziening die in de vloer geplaatst moet worden.
Wanneer het een voeg met een massieve wand betreft, dient deze wand ook aan de voorschriften van de fabrikant* te voldoen.
2. Lineaire voeg
De breedte van de lineaire voeg varieert doorgaans van 5 tot ongeveer 50 mm. De voorschriften van de fabrikant* dienen nageleefd te worden.
3. Brandwerend eencomponentenschuim
Het brandwerende schuim wordt aangebracht in een voeg die gereinigd, ontstoft en eventueel bevochtigd is. De voorschriften van de fabrikant* dienen nageleefd te worden. De noodzakelijke opvullingsdiepte (doorgaans tussen 50 en 200 mm) is afhankelijk van de voegbreedte en de te bereiken brandweerstand (EI). In deze context dienen de waarden gespecificeerd in de voorschriften van de fabrikant* strikt nageleefd te worden. Het is aangeraden de voeg over de volledige vloerdikte op te vullen. Het brandwerende schuim dient eventueel afgewerkt te worden met een soepele voeg om deze te beschermen tegen uv-straling.
Brandwerende schuimen zijn doorgaans minder vervormbaar dan brandwerende kitten. De maximale vervorming van het aangewende schuim dient de te verwachten vervormingen van de constructie in normale toestand (zonder brand) te kunnen opvangen.
* Opgesteld op basis van het classificatierapport.