Spouwmuur: aansluiting van een plat dak opgaand tegen de gevel (rechtstreekse of onrechtstreekse aansluiting van de afdichtingsmembranen)

Terug naar : bouwdetails

Referentienummer:
1345
Publicatiedatum:
01-12-2017
Bouwelementen:
Draagstructuur:

  • 1. Open stootvoegen
  • 2. Metalen of loden slab (voetlood)
  • 3. Opstand
  • 4. Dakafdichting
  • 5. Ballastlaag
  • 6. Thermische Isolatie
  • 7. Dampscherm
  • 8. Hellingslaag
  • 9. Isolerend bouwblok
  • 10. Spouwdrainering
  • 1. Open stootvoegen
  • 2. Metalen of loden slab (voetlood)
  • 3. Opstand
  • 4. Dakafdichting
  • 5. Ballastlaag
  • 6. Thermische Isolatie
  • 7. Dampscherm
  • 8. Hellingslaag
  • 9. Isolerend bouwblok
  • 10. Spouwdrainering

De opstand van de dakafdichting dient in principe minstens 150 mm boven het afgewerkte dakvlak uit te steken en aldaar aangesloten te worden op de spouwdrainering, die opgebouwd is uit waterdichte membranen met gelaste of gelijmde naden.
Bij de aansluiting van de dakopstand op de gevel dient men het spouwmembraan over de buitenhoeken te laten doorlopen en dit, om de infiltratie van spouwwater vanaf het bovendakse parement van de opstand te vermijden. Verder dient men erop toe te zien dat dit membraan ter plaatse van de dakranden op een hoger niveau gelegen is dan de bovenzijde van de eventuele dekstenen (zie afbeelding 44). Om dit principe te kunnen toepassen, is het aanbevolen om het spouwmembraan reeds van bij de uitvoering van het metselwerk één steenrij hoger te plaatsen.
Bij de plaatsing van de spouwdrainering dient men voldoende rekening te houden met het niveau van het afgewerkte dakvlak. Voor de aansluiting van de dakafdichting op een spouwmuur kan men de volgende twee principes onderscheiden:
- een discontinue aansluiting waarbij het spouwmembraan verbonden wordt met een metalen slab die op haar beurt de aansluiting op de dakafdichting verwezenlijkt (schema B)
- een continue aansluiting waarbij het spouwmembraan de dakafdichting overlapt (schema A).
Indien de aansluiting tot stand gebracht wordt door middel van een ingemetselde metalen slab (schema B), dan dient men rekening te houden met het feit dat er bovenaan deze slab onvermijdelijk een opstaande plooi zal ontstaan wanneer deze - na het aanbrengen van de dakafdichting tegen de opstand - hierover teruggeplooid wordt. Om te voorkomen dat deze plooi het van de gevel afstromende regenwater zou opvangen en via het spouwmembraan naar binnen zou leiden, zou men er enerzijds voor kunnen opteren om de plooi zo plat mogelijk te kloppen of anderzijds om het spouwmembraan op de metalen slab te bevestigen door verlijming of vlamlassen. De lintvoeg boven de metalen slab wordt in principe afgedicht met behulp van een soepel materiaal dat ter hoogte van de open stootvoegen plaatselijk onderbroken wordt tot op het spouwmembraan. De metalen slabben worden in stroken van maximaal 1 m geplaatst.
Indien de aansluiting continu verwezenlijkt wordt (schema A), dan dient men erop toe te zien dat het spouwmembraan en de dakafdichting onderling verenigbaar zijn. Opdat de afdichting achter de metalen slab geen tegennaad zou vormen die belast zou kunnen worden door het aflopende spouwwater, zou het spouwmembraan bij voorkeur zo'n 50 mm uit de gevel moeten uitsteken, om over de opstand van de dakafdichting omgeplooid te kunnen worden. Het is in deze context afgeraden (26) om de dakafdichting met het spouwmembraan te verbinden. Het spouwmembraan dient met andere woorden los over de dakafdichting gehangen te worden. Indien er gebruikgemaakt wordt van spouwmembranen uit kunststof en van een bitumineuze dakafdichting, dan dient men te vermijden dat het uitstekende gedeelte van het spouwmembraan grotendeels zou wegsmelten bij de bevestiging van de dakafdichting tegen de opstand.
De luchtdichtheid wordt doorgaans tot stand gebracht door de binnenbepleistering, die op de verdiepingen tot tegen de draagvloer aangebracht kan worden (voor zover er in de draagmuren geen anticapillair membraan voorzien werd). Desgevallend is er geen bijkomend luchtdichtheidsmembraan vereist. Men dient er in dit geval echter wel rekening mee te houden dat de bepleistering onderaan bevochtigd kan worden door het bouwvocht uit het vloercomplex.
Het gevelmetselwerk leidt tot een excentrische belasting van de vloerplaat, waarmee men bij de dimensionering voldoende rekening dient te houden.
(26) Deze werkwijze kan wel aanvaard worden indien het spouwmembraan en de dakafdichting uit hetzelfde materiaal bestaan, door dezelfde uitvoerder geplaatst worden en goed met elkaar verbonden worden. Dit kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om de toegankelijkheid van gebouwen ter hoogte van de deuropeningen te verbeteren (zie detail nr. 6.2, TV 264, p. 78). We willen er echter wel op wijzen dat er bij dikkere bitumineuze membranen (4 mm) die samengedrukt worden door de hogere steenrijen steeds een risico op uitvloeien bestaat.

1345_JPG1_20171201.jpg


Gerelateerde publicaties