Spouwmuur: aansluiting op een balkon ter hoogte van een deur met verbeterde toegankelijkheid

Hoewel er in theorie ook bij balkons een afdichtingsopstand van minstens 150 mm vereist is om de optimale regendichtheid te waarborgen, tracht men deze hoogte uit toegankelijkheidsoverwegingen dikwijls te reduceren. Het gebruik van een verhoogde vloerafwerking laat toe om deze waarde terug te brengen tot 50 mm (zie TV 264 § 2.3.2, p. 21).

Wanneer de opstandhoogte nog verder verkleind wordt (tot 20 mm), dan dient men ervoor te zorgen dat de verhoogde vloerafwerking ter plaatse van de aansluiting met de dorpel een voldoende open structuur heeft (bv. via een ingewerkt rooster) om de vlotte afvoer van het neerslagwater te verzekeren. Verder moet er een voeg met een toereikende breedte (= 20 mm) aangebracht worden tussen de eerste tegel en de opstand. Eventuele waterstagnaties kunnen vermeden worden door ter hoogte van de afdichting (of ter hoogte van het beton, wanneer dit laatste als afdichting fungeert) een helling te voorzien die wegleidt van de deur.

Een nog kleinere opstandhoogte of het achterwege laten van het rooster voor de deur kan alleen maar overwogen worden wanneer het balkon beschermd wordt tegen neerslag (bv. door middel van een luifel).

De afdichting of de opstand aan de gevelzijde zou bij voorkeur hoger moeten liggen dan de vrije balkonrand, om te voorkomen dat er water in de binnenomgeving zou infiltreren bij een verstopping van de afvoer.