-
1. Bestaande betonplint
-
2. Bestaande wandelementen uit cellenbeton
-
3. Nieuwe thermische gevelisolatie van sandwichelementen (dikte afgestemd op de actuele thermische regelgeving)
-
4. Soepele thermische isolatie (om het niveauverschil tussen de plint en de cellenbetonwand op te vangen)
-
5. Steunprofiel van de sandwichpanelen
-
6. Druiplijst
-
7. Thermische na-isolatie van de plint met vochtbestendige isolatie
-
8. Bescherming van de thermische isolatie
- 9. Eventueel drainagesysteem (afhankelijk van de sokkelisolatie en zijn bescherming)
Aandachtspunten:
Het gaat hier om de thermische renovatie van een industrieel gebouw, waarbij de gevel opgebouwd was met wandelementen uit cellenbeton.
Men dient te controleren of de cellenbetonwand voldoende sterk is om er de sandwichelementen mechanisch aan te verankeren. Aan de achterzijde van het sandwichpaneel wordt op de omtrek en de diagonalen een kit aangebracht, alvorens ze tegen het cellenbeton geschroefd worden om luchtconvectie tussen beide te vermijden.
De luchtdichtheid van de wand hangt af van de binnenafwerking (bv. een bepleistering).
De thermische isolatie van de plint moet vochtbestendig zijn (cellenglas of XPS met een bekleding of cementering). Het steunprofiel (nr. 5) is noodzakelijk om de sandwichelementen goed uit te lijnen. Het wordt, om de koudebrugwerking te beperken, op de cellenbetonwand bevestigd.
Om in hetzelfde vlak te blijven, wordt voor de bevestiging van het steunprofiel (nr. 5) van de sandwichelementen en de druiplijst (nr. 6) de cellenbetonwand onderaan plaatselijk uitgefreesd. Deze maatregel dient om te vermijden dat het onderste gevelpaneel door deze meerdikte uit het lood zou komen te staan, met luchtlekken tot gevolg.
Wanneer de voegen tussen de druiplijst (nr. 6) niet overlappend geplaatst zijn, is bijkomend onder de lijsten een EPDM-folie vereist.
De onderzijde van de onderste sandwichpanelen moet vrij blijven om corrosieverschijnselen bij continu contact met water te vermijden.