ETICS - Muurvoet, aansluiting zonder tussengevoegd isolerend deel op de volle grond

Terug naar : bouwdetails

Referentienummer:
1418
Publicatiedatum:
29-07-2020
Bouwelementen:
Draagstructuur:
Bron:

  • 1. Metselwerk
  • 2. Vochtscherm
  • 3. Afdichting
  • 4. Noppenfolie
  • 5. Vochtbestendige plintisolatie
  • 6. Geschikt afwerkpleister (vochtbestendig en met een verhoogde schokweerstand)
  • 7. Geschikt grondpleister (vochtbestendig en met een verhoogde schokweerstand)
  • 8. Startprofiel uit PVC (ETICS)
  • 9. Afdichtingsband (ETICS) (ook wel zwelband genoemd)
  • 10. Isolatieplaat (ETICS)
  • 11. Lijm (ETICS)
  • 12. Bepleistering (ETICS)
  • 13. Binnenbepleistering
  • 14. Plint
  • 15. Vloerafwerking
  • 16. Dekvloer
  • 17. Eventueel membraan (PE-folie)
  • 18. Akoestische isolatie
  • 19. Eventuele luchtdichtheidsfolie
  • 20. Thermische isolatie van de vloer
  • 21. Draagvloer (bv. uit gegoten gewapend beton)
  • 22. Drainerend materiaal
  • 23. Collector
  • 24. Filter

Aandachtspunten:

De aanzet van het ETICS moet zich minstens 30 cm boven het maaiveld bevinden:
- boven de vochtwerende bescherming van de muur (membraan tegen opstijgend vocht of vochtwerende injecties)
- boven de spatzone (opspattend water). Aanvullend kan er ook een zone met steenslag (van minimaal 30 cm breed) rondom het gebouw voorzien worden. Dit is eveneens nuttig om de vegetatie op afstand te houden, om te verhinderen dat een verharding rondom het gebouw druk uit zou kunnen oefenen op de plinten en om tijdelijke waterdruk ter hoogte van de muurvoet te beperken
- vanaf een impactzone die toelaatbaar is voor het systeem.

In de zone tussen de grond en de aanzet van het ETICS wordt er een plint voorzien. In functie van het uitzicht en van de blootstelling aan een impact kan deze plint bestaan uit een schokbestendig materiaal (bv. natuursteen of beton) (zie detailfiches 1.1. en 1.4.). Hier werd de vochtbestendige plintisolatie afgewerkt met een aangepast bepleisteringssysteem (vochtbestendig en beter bestand tegen schokken: men dient hiervoor de nodige garanties op te vragen bij de fabrikant). Het aangepaste grondpleister loopt door tot onderaan de plintisolatie. Het aangepaste afwerkpleister, dat bij voorkeur donkerder is van kleur, stopt boven het maaiveld. De plintisolatie moet vochtbestendig zijn (bv. XPS of specifieke EPS), zeker omdat ze zich hier deels onder grond bevindt. De weg van de minste warmteweerstand moet immers groter dan of gelijk zijn aan 1 m om te voldoen aan basisregel nr. 3 van de EPB-regelgeving. Wanneer de isolatie dieper dan 50 cm onder het maaiveld komt, wordt deze beschouwd als grondisolatie en dient ze een grotere drukweerstand te bezitten.

- Een alternatieve EBP-aanvaarde detaillering kan men eveneens bekomen door gebruik te maken van tussengevoegde isolerende bouwdelen (zie detailfiche 1.1.).

- Het afdichtingsmembraan (met gelaste of verkleefde naden, nr. 3) is noodzakelijk om zijdelingse infiltraties te voorkomen. Dit afdichtingsmembraan moet volvlakkig verkleefd of gelast worden als de plintisolatie nadien tegen het membraan verlijmd dient te worden. Vermits de aanhechting van dit afdichtingsmembraan op de ondergrond doorgaans niet altijd gewaarborgd kan worden, dient men, behalve in zeer doorlatende gronden, een drainering te voorzien tegen de gevelvoet. Dit is alleen mogelijk als het grondwaterniveau zich onder deze drainering bevindt. Bepaalde vloeibare afdichtingsproducten zijn wel bestand tegen een tijdelijke waterdruk waardoor ze geen bijkomende drainering vereisen. Belangrijk is wel dat de voorschriften van de fabrikant omtrent de uitvoeringsomstandigheden en de voorbereiding van de ondergrond nauwgezet opgevolgd worden.

- De aansluiting tussen het ETICS en de isolerende plint wordt uitgevoerd met behulp van een startprofiel en een afdichtingsband (ook wel zwelband genoemd). Men maakt steeds meer gebruik van kunststofprofielen om zogenaamde lijnvormige koudebruggen te vermijden. Het profiel moet voorzien zijn van een efficiƫnte druiplijst. Wanneer dit profiel de isolatieplaat tijdelijk moet ondersteunen, dient het mechanisch bevestigd te worden aan de ondergrond. Er kan hiervoor ook een afzonderlijk hoekprofiel voorzien worden. Het startprofiel kan vervolgens tussen de plintisolatie en de eerste isolatielaag van het ETICS geplaatst worden. De afdichtingsband wordt tussen het profiel en de plint aangebracht. De druiplijst van het startprofiel van het ETICS moet ongeveer 2 cm uitspringen ten opzichte van de plint om aflopend regenwater van de gevel weg te leiden. Voor meer informatie over de praktische richtlijnen voor de plaatsing van deze profielen, de isolatieplaten, de wapeningsweefsels en de bepleistering verwijzen we naar hoofdstuk 6 van de TV 257.

- Wanneer men een geringer niveauverschil tussen de buitenverharding en de binnenvloer wenst te bekomen zodat de deuropeningen beter toegankelijk zijn, kan men een beroep doen op detailfiche 1.6.

1418_DET2_20200729.svg


Gerelateerde publicaties