ETICS - Hellend dak, aansluiting op een opgaande gevel

Aandachtspunten

- De gevelwerken starten doorgaans na de dakwerken.

- Het onderdak wordt uit veiligheidsoverwegingen best voldoende hoog opgetrokken om een bijkomende afdichting te verzekeren ter hoogte van de aansluiting tussen beide isolatiematerialen ((3) en (8)).

- De aansluitingen moeten zodanig ontworpen en uitgevoerd worden dat de aanzet van het ETICS zich minstens 15 cm boven de dakbedekking bevindt. Er wordt een vochtbestendige isolatieplaat aangebracht tussen de dakisolatie en de isolatie van het ETICS. Men moet erop toezien dat de isolatielagen goed aansluiten. Om de opstand van de verholen goot goed te kunnen uitlijnen en te bevestigen, kan men de tussengevoegde isolatie (3) ongeveer om de 50 cm onderbreken met houten balkjes. Dit vereenvoudigt ook de bevestiging van het randprofiel (5).

- Wanneer de bevestiging van het randprofiel doorheen de tussengevoegde isolatie niet evident is omwille van de grote isolatiedikte, dan kan men gebruikmaken van specifieke schroeven om in de isolatie te verankeren of gebruikmaken van harde, vochtbestendige isolatieblokken waarin geschroefd kan worden (zie onderstaande afbeelding).

- De startprofielen van het ETICS worden in helling geplaatst (evenwijdig met de dakhelling). Wanneer er een te groot dikteverschil tussen de vochtbestendige tussengevoegde isolatie (3) en de isolatie van het ETICS (8) bestaat, dan moet er een dubbel startprofiel geplaatst worden.
Voor meer informatie over de praktische richtlijnen voor de plaatsing van deze profielen, de isolatieplaten, de wapeningsweefsels en de bepleistering verwijzen we naar hoofdstuk 6 van de TV 257.

- De druiplijst van het startprofiel van het ETICS moet ongeveer 2 cm uitspringen ten opzichte van het randprofiel om het regenwater dat van de gevel afloopt, te kunnen wegleiden. Ter hoogte van elke aansluiting van het ETICS met een ander materiaal wordt er in principe een afdichtingsband aangebracht.

- Deze bouwkundige oplossing vereist een regelmatig onderhoud van de verholen goten. Indien de goten uit verschillende elementen bestaan, dan moeten deze laatste minimum 30 mm overlappen in de richting van de dakhelling. De hanggoten van het dak moeten over de volledige gevellengte doorlopen om de verholen goten hierop te kunnen aansluiten.
Om deze onderhoudsgevoelige oplossing te vermijden, kan men de aansluiting tussen het dak en de gevel realiseren met metalen slabben. Om koudebruggen te vermijden, mag de metalen slab niet doorlopen tot aan de dragende structuur. Ze kan mechanisch bevestigd worden op harde, vochtbestendige isolatieblokken (bv. uit EPS) waarin geschroefd kan worden. De loden slabben moeten ofwel op de pannen geplaatst worden (in dit geval moeten ze minstens 2 mm dik zijn) ofwel ingevlochten worden.