In welke situatie moet je in een afschuining voorzien voor de uitvoering van de aansluiting tussen de afdichting van een plat dak en de afdichtingsopstand?

Vakgebied

Terug naar : faq

De aansluiting van een plat dak op een dakopstand is een delicate zone die onderhevig kan zijn aan sterke belastingen en kan blootstaan aan differentiële bewegingen tussen de dakvloer en de dakranden. Het kan dus nodig zijn om de dakafdichting op deze plaats te verstevigen. 


Deze maatregel is vaak overbodig bij een elastomere of plastomere afdichting. De overgang van het dak op de muur gebeurt door de plaatsing van afzonderlijke afdichtingsstroken of door de afdichtingsstroken van het dak door te trekken tot op de afdichtingsopstanden.
 


Bitumineuze afdichtinge
n moeten op hun beurt verstevigd worden met een afschuining of met een bijkomende hoekversterkingsstrook.
 


Bij toepassing van een afschuining moet de dakafdichting doorgetrokken worden tot op de afschuining om de dichtheid van het geheel te waarborgen. De uitvoeringswijze van de afdichtingslagen varieert naar gelang van het feit of de dakafdichtingsstroken evenwijdig met of loodrecht op de dakopstanden aangebracht worden.
 

 

Gerelateerde onderwerpen

Publicaties

Bezoek de vakgebiedpagina 'Platte daken'