Instrument (al dan niet digitaal) bestaande uit een vast en een verschuifbaar gedeelte, waarbij het verschuifbare gedeelte langs een schaalverdeling wordt geschoven waarop men met een index of nonius de afstand tussen de twee bekken kan aflezen.
De gebruikelijke schuifmaten hebben een meetnauwkeurigheid van 1/10 of 1/20 mm, elektronische schuifmaten kunnen zelfs een nauwkeurigheid van 1/100 mm hebben.
Meetbereik
Schuifmaten met een lengte tot 1 meter komen courant voor.
Gebruik
Een schuifmaat wordt hoofdzakelijk aangewend voor de volgende meetmethoden:
Opmerking
Men moet zich vertrouwen met de manier waarop een meting met de schuifmaat afgelezen wordt.
Bij het aflezen van kijkt men altijd eerst naar de nullijn van de nonius. Als de nullijn van de nonius samenvalt met een streepje op het liniaal, is de aflezing een hele millimeter. Als de nullijn op de nonius niet samenvalt met een streepje op het liniaal, leest men het liniaal eerst af tot op een hele millimeter (links van de nullijn van de nonius). Daarna gaat men na welk deelstreepje op de liniaal samenvalt met een deelstreepje op de nonius en telt de waarde van deze deelstreep op bij het aantal hele millimeters.
Door een digitale schuifmaat te gebruiken vermindert men de kans op afleesfouten.