De afwijking van de voorgeschreven hoeken. De hoekafwijking wordt gedefinieerd als het verschil tussen een werkelijke hoek en de bijhorende referentiehoek en kan worden uitgedrukt in graden of in een lengte.
- meetpunt
- kolom, dagkant, ...
- afstandhouder
- winkelhaak
Controle van de haaksheid van een hoek.
- hoekafwijking
- referentiehoek
- werkelijke hoek
Hoekafwijkingen uitgedrukt in graden.
Meetmethode
De hoekafwijkingen worden bepaald met behulp van een winkelhaak en diktematen of een hoekmeter.
Bij de controle wordt rekening gehouden met het volgende:
- zo nodig worden de te meten punten bepaald door de winkelhaak op stelblokjes te plaatsen
- afhankelijk van de te meten ondergrond, kan een maximale beenlengte van de winkelhaak opgelegd worden (meestal 300 mm).
Meting van de haaksheid met een hoekmeter.
Meting van de haaksheid van een hoek met een winkelhaak en dikteblokjes (stelblokjes).
Meting van de haaksheid van een scherpe hoek met een winkelhaak zonder dikteblokjes (stelblokjes).
Interpretatie van de resultaten
Indien men het resultaat in graden uitdrukt, is de hoekafwijking het verschil tussen de referentiehoek en de werkelijk gemeten hoek.
Kiest men de uitdrukking in lengteafmeting, dan wordt de hoekafwijking bepaald vertrekkend van de kleinste zijde van de hoek en loodrecht op de bijhorende kant van de referentiehoek.
Scherpe hoeken (< 90°) worden in '-' gemeten. Stompe hoeken (>90°) in '+'.
Opmerking
De plaatselijke vlakheid ter hoogte van de hoek kan een correcte meting beïnvloeden. Indien nodig dient men het meetinstrument anders te positioneren.